Bloedsnel mobiel het nieuws lezen via Google Zoeken

Informatie snel toegankelijk maken zit in Google’s dna. Op het mobiele web is daar nog veel winst te behalen, zeker als het om snelheid gaat. Op mobiele apparaten is snelheid extreem belangrijk: uit onderzoek blijkt dat mobiele gebruikers weg surfen als een pagina niet binnen drie seconden wordt geladen. Daarmee is een trage site niet alleen vervelend voor bezoekers, maar ook voor uitgevers, die kansen mislopen hun content te tonen.

Precies om die reden zijn we afgelopen oktober, samen met anderen in de techwereld, een opensource-initiatief gestart om het laden van mobiele pagina’s veel sneller te maken. Het project heet Accelerated Mobile Pages (vaak afgekort tot AMP). Pagina’s die met AMP zijn gemaakt laden zo’n 4x sneller en gebruiken 10x minder data dan pagina’s die geen AMP gebruiken. In veel gevallen verschijnen AMP-pagina’s zelfs zonder enige wachttijd.

AMP is al een tijdje in gebruik in de VS en een aantal Europese landen. Vanaf vandaag zet ook een aantal Nederlandse uitgevers AMP in. Onder meer De Persgroep, Sanoma en de regionale publieke omroepen doen mee. Binnenkort volgen er meer.

Als je vanaf een mobiel apparaat via Google zoekt naar nieuws over de Amerikaanse verkiezingen of de spelen in Rio, is er een kans dat je een carrousel ziet met daarin artikelen van onder meer Nu.nl en de Volkskrant met de vermelding ‘AMP’. Als je zulke artikelen opent, verschijnen die veel sneller op je scherm dan je gewend bent. Ook kun je daarna makkelijk swipend naar een vorig of volgend artikel uit de caroussel, zonder eerst terug te moeten naar de zoekresultaten.

Dat AMP niet alleen fijn is voor bezoekers, maar ook voor uitgevers, blijkt uit cijfers van The Washington Post, die als één van de eersten AMP hebben ingezet. Ze zagen een afname van 88% in laadtijd, terwijl het aantal terugkerende mobiele zoekgebruikers met 23% toenam.

wapo-case-study


Ontwikkelaars die ook gebruik willen maken van AMP, kunnen een kijkje nemen op de website van het AMP-opensourceproject.

Rachid Finge, Google Nederland